Marten Arnold: familierechtadvocaat en scheidingsmediatorDe ambitieuze Marten Arnold is een volhouder. Daarbij gaat hij wel eens over zijn eigen grenzen heen. "Iedereen is op zoek...
In de familierechtpraktijk zien wij vaak dat door partners wordt verzuimd vóór dan wel tijdens het huwelijk/de relatie goede schriftelijke afspraken te maken over financiële zaken. Dit leidt na verbreking van de relatie dan ook met regelmaat tot grote juridische problemen. Deze week werd een uitspraak van het gerechtshof te Arnhem betreffende een conflict tussen ex-partners gepubliceerd. Vanwege het feit dat de eiser een bijzondere bewijsopdracht heeft gekregen in deze procedure én voor een ieder een wijze les kan zijn wanneer tussen partners grote geldbedragen geschonken of geleend worden, geeft familierechtadvocaat Marten Arnold een uiteenzetting van de zaak en bespreekt hij het arrest van het gerechtshof.
Bezint eer gij begint!
Man en vrouw, laten we ze Peter en Lisa noemen, hebben eind februari 2013 een LAT-relatie gekregen. In 2014 wenst Lisa over te gaan tot het aankopen van een woning voor een koopsom van € 400.000,--. Op dat moment is Lisa evenwel nog in een echtscheiding met haar ex-partner verwikkeld. Peter is ondernemer en biedt aan vanuit zijn bedrijf een hypothecaire geldlening aan Lisa te verstrekken van € 300.000,--. Het restant van € 100.000,-- wordt door hem op een bankrekening van Lisa overgemaakt waarbij hij als mededeling formuleert: "Schenking ten behoeve van aankoop eigen huis". Er wordt verder geen akte of een andersoortige overeenkomst opgesteld door hen.
Eind 2015 verbreekt Lisa de relatie, waarna Peter en Lisa het in e-mailcorrespondentie hebben over het bedrag van € 100.000,--. Door beiden wordt gesproken over een schenking en door beiden wordt gesproken over een afspraak dat Lisa het bedrag aan Peter in termijnen terugbetaalt. Vervolgens kiezen Peter en Lisa er enkele maanden later echter voor de relatie toch voort te zetten, waarna Peter begin 2017 de relatie (en nu definitief) verbreekt. Vervolgens ontstaat er wederom discussie over de kwalificatie van de betaling van het bedrag dat Peter aan Lisa heeft betaald voor de aankoop van haar woning.
Peter stelt dat er nooit sprake is geweest van een schenking, maar dat deze term door hem enkel vanuit fiscale overwegingen is gebruikt en dat dit nodig was om de hypotheek van € 300.000,-- te kunnen verstrekken als zakelijke lening. Peter stelt dan ook dat er ook ten aanzien van het bedrag van € 100.000,-- sprake is van een geldlening en dat (ook) dit bedrag door Lisa aan hem moet worden terugbetaald. Immers heeft Lisa ook aangegeven aan Peter dat ze het in termijnen wil terugbetalen.
Lisa stelt (uiteraard) dat er sprake is van een schenking, dat dit altijd de bedoeling is geweest en Peter zelf ook heeft aangegeven dat hij het bedrag heeft geschonken (maar daar spijt van heeft). Voor zover er niet wordt aangenomen dat er sprake is van een geldlening, en er dus sprake is van een schenking, stelt Peter dat deze schenking vernietigbaar is wegens misbruik van omstandigheden en/of dwaling.
De rechtbank wijst alle vorderingen van Peter af en stelt Lisa in het gelijk. Peter heeft daarom hoger beroep bij het gerechtshof ingediend. Aldaar worden de vorderingen van Peter opnieuw getoetst. Het gerechtshof geeft het volgende aan.
Schenking of geldlening?
Omdat Peter stelt dat er sprake is van een geldlening, dient hij dit te stellen en te bewijzen. Het gerechtshof concludeert evenwel dat Peter onvoldoende heeft gesteld. Geconcludeerd wordt 1) dat Peter zelf heeft aangegeven het verschil tussen een schenking en geldlening goed te kennen, 2) bij de betaling en de daaropvolgende e-mails over een periode van 2,5 jaren door Peter voortdurend over een schenking is gesproken en 3) in tegenstelling tot de hypothecaire lening geen schriftelijke overeenkomst of ander document is opgesteld.
Het feit dat Lisa wel heeft aangeboden het bedrag terug te betalen, hetgeen zou duiden op een geldlening, wordt door het gerechtshof veeleer gezien als een gevoel van een morele plicht tot terugbetaling. Dit is dan een natuurlijke (lees: niet afdwingbare) verbintenis.
Redelijkheid & billijkheid
Daarmee staat voor het gerechtshof dus vast dat er sprake is van een schenking. Peter stelt vervolgens dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Lisa de schenking mag behouden, omdat dit niet in verhouding tot het feitelijk verloop van de relatie zou staan. Het gerechtshof wijst dit standpunt van Peter ook af, waarbij hem wederom wordt voorgehouden dat hij het verschil tussen een lening en een schenking goed kent. Indien Peter had gewild dat het eindigen van de relatie een grond zou zijn geweest om tot terugbetaling van "de schenking" over te gaan, dan had Peter dit schriftelijk moeten vastleggen ofwel duidelijk moeten vermelden bij de door hem verrichte girale betaling.
Misbruik van omstandigheden?
Vervolgens heeft Peter gesteld dat de schenking tot stand is gekomen door misbruik van omstandigheden. Hij voert ter ondersteuning van dit standpunt aan dat hij bij het aangaan van de relatie met Lisa een kwetsbare en zwakke man was na het overlijden van zijn vrouw kort daarvoor. Het vooruitzicht van het vormen van een gezin met een nieuwe vrouw, hetgeen door Lisa aan hem zou zijn voorgehouden, heeft hem blind gemaakt voor mogelijke andere intenties van Lisa.
Het gerechtshof overweegt dat Peter ten aanzien hiervan ook te weinig heeft gesteld, om welke reden Peter ter zake ook niet wordt toegelaten tot bewijsvoering. Zo is door Peter bijvoorbeeld geen verklaring van een arts overgelegd waaruit volgt dat hij daadwerkelijk een zwakke en kwetsbare gemoedstoestand had ten tijde van de betaling van het bedrag van € 100.000,--.
Dwaling wegens een affaire?
Tot slot stelt Peter dat hij heeft gedwaald bij het schenken van voornoemd bedrag aan Lisa. Dwaling houdt in dat je bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst (in dit geval de schenking) nooit had gesloten. Daarvoor dient ofwel bewezen te worden dat door Lisa een onjuiste mededeling aan Peter is gedaan dat heeft geleid tot de schenking ofwel dat Lisa verzuimd heeft iets aan Peter mede te delen, waarbij – indien zij dit wel zou hebben medegedeeld – Peter nooit over was gegaan tot schenking van een geldbedrag aan Lisa.
Peter voert beide gronden voor dwaling op. Allereerst stelt hij dat Lisa heeft gelogen door Peter voor te houden dat zij de intentie had om samen te gaan wonen. Het gerechtshof overweegt echter dat een dergelijke uitgesproken intentie een zuivere toekomstverwachting is, die naar haar aard aan verandering onderhevig kan zijn en om die reden niet kan leiden tot een geslaagd beroep op dwaling.
Door Peter wordt vervolgens aangevoerd dat Lisa heeft verzuimd aan Peter mede te delen dat zij gedurende de gehele relatie, en specifiek ten tijde van de schenking, er een andere (seksuele) relatie op nahield. Peter stelt (en legt bewijs over) door middel van foto's en een gespreksverslag van een telefoongesprek dat hiervan sprake zou zijn. Indien Peter dit had geweten, en dus een juiste voorstelling van zaken had gehad, zou hij nooit het bedrag van € 100.000,-- hebben geschonken. Aldus Peter. Hij stelt dat daarmee vaststaat dat hij heeft gedwaald bij de schenking, deze dientengevolge moet worden vernietigd en Lisa daardoor gehouden is tot terugbetaling aan Peter.
Het gerechtshof overweegt dat het door Peter gedane beroep op dwaling mogelijk is met verwijzing naar jurisprudentie van de Hoge Raad. Vervolgens overweegt zij dat uit de foto's onvoldoende blijkt van een andere (seksuele) relatie van Lisa, maar dat het gespreksverslag van het telefoongesprek wel voldoende aanknopingspunten biedt hiervoor. Het gerechtshof oordeelt dan ook dat Peter voldoende heeft gesteld en dat hij wordt toegelaten tot het aanleveren van nader bewijs. Het gerechtshof geeft daarbij ook aan dat, indien Peter slaagt in het leveren van het bewijs, het beroep op dwaling zal slagen omdat Lisa alsdan wist of had behoren te weten dat Peter in dat geval nooit € 100.000,-- aan haar zou hebben geschonken. Dit is echter alleen het geval indien Peter kan bewijzen dat Lisa daadwerkelijk ten tijde van de betaling een (seksuele) relatie had met een ander.
Peter wordt in de gelegenheid gesteld het bewijs aan te leveren en dient daarbij ook getuigen op te geven indien hij deze wenst te horen. Het gerechtshof geeft partijen echter in overweging, gezien de aard en inhoud van de bewijsopdracht en de onzekere uitkomst daarvan, met elkaar in overleg te treden om alsnog een schikking te bereiken en tot afronding van de procedure te komen.
Helaas is het vervolg niet duidelijk. Het is niet bekend of Peter en Lisa alsnog tot een schikking zijn gekomen ofwel Peter alsnog tot bewijslevering over gaat en wellicht getuigen gaat horen. Het voelt onbevredigend de uitkomst van de procedure niet te kennen. Uit de gang van zaken moge echter wel volgen dat een ieder er verstandig aan doet in een relatie en hevige verliefdheid zakelijke en goede afspraken te maken als het op financiële zaken aankomt. Ook bij het maken van dergelijke afspraken kan Van Lelyveld Advocaten u van dienst zijn, dan wel indien er onverhoopt achteraf toch een conflict ontstaat.
Heeft u vragen of kunnen wij u van dienst zijn m.b.t. de vastlegging van afspraken, neem contact met ons op via 0594 514001 of laat uw naam en telefoonnummer achter bij "Bel mij terug", dan nemen wij contact met u op.
Heeft u vragen na het lezen?
Scheidingsmediation of advocaat bij echtscheiding
Vooral in het personen- en familierecht kunnen de emoties hoog oplopen. Wij luisteren naar u. Onze mediator en advocaten zijn gespecialiseerd in het afwikkelen van echtscheidingen zowel gezamenlijk middels mediation...
De fiscale behandeling van de eigen woning in echtscheiding
Indien er in een echtscheiding sprake is van een koopwoning die ofwel onderdeel is van de huwelijksgemeenschap van de echtgenoten ofwel om andere reden gemeenschappelijk eigendom is, dan dienen er ook afspraken te...